Hier zijn we weer voor al uw nieuwe bureaubladachtergronden.
Na het witte Uyuni kwamen we aan in Torotoro, de paleontologische hoofdstad van Zuid-Amerika (mas o menos 1000 inwoners). Hier gingen we op expeditie naar de grotten met enkel een hoofdlampje ter bescherming. Na vervolgens ook een canyon, watervallen en natuurlijke rotspoelen bezocht te hebben, moesten we vluchten voor een aantal velociraptors en tyrannosauriërs. Toen we dachten ze ontlopen te hebben, kreeg Koen toch nog last van een ernstige vorm van brontosauritis. Genoeg gepalaverd, bureaubladachtergronden… (zoals steeds, klik op de foto om hem te vergroten)
Campesinos.
Plant.
Canyon van 250 tot 300 m diep.
Wattisdatnúúú?
El Vergel op zijn artyfartiest
Landschap.
Kolibrie, die sneller vliegt dan zijn schaduw (en de foto).
De gids (voor Ingrid).
Torotoro.
Op weg naar La Paz.
Boliviaanse vrouw (voor Ingrid).
Via La Paz trokken we door naar het Lago Titicaca (of Titihaga volgens de Aymara). Vanuit het prachtige, zonnige, je kent het wel, Copacabana (regenregenregen) vertrokken we naar het Isla del Sol, met, jawel, je zult het niet geloven, zon. Op de boot spraken we een professor Quechua aan 3 universiteiten, die ons wist te vertellen dat de Inca´s in vroegere tijden 1,90 m groot waren (met gek genoeg ruïnes met deuren van zo´n 1,60 m). Ook interessant om te weten dat coca een medicijn is en cocaïne een probleem is van die domme Europeanen en Amerikanen (maar verder zijn alle volkeren gelijk).
Als je goed kijkt...
De Chinese Muur ligt helemaal niet in China, die hebben de Inca´s gemaakt, maar die verdomde Spaanse geschiedschrijvers hebben de historie een beetje veranderd.
Schaapherderinnetje (voor Ingrid).
Vergane glorie op Isla del Sol, check die deuren... (en Koen).
Mercedes Benz, volgens de Uros.
Een eiland zonder fluorescerende vrouwen en bijpassende toeristen.
Amocha´ka, amollulia en amosuya (oid).
Ruben en Koen